7 vragen aan Manja Ressler
7 vragen aan Manja Ressler
Manja Ressler is de auteur van Aliki: een prachtig, persoonlijk verslag van een vriendschap, en een bijzonder onderzoek naar hoe mens en hond zich door de eeuwen heen tot elkaar hebben verhouden. We stelden haar 7 vragen over het schrijverschap en haar band met Aliki.
1. Wat inspireerde je om ‘Aliki’ te schrijven?
Eind 2020 overleed mijn hond Aliki aan een akelige ziekte. Ik was er kapot van, ook omdat het niet zo had hoeven lopen. De dag na haar dood begon ik meteen te schrijven, aanvankelijk om voor mijzelf mijn gevoelens en herinneringen op papier te zetten. Het was een manier om – naast de lange wandelingen die ik elke dag maakte – niet gek te worden van verdriet.
2. Hoe heeft het schrijven van dit boek je eigen begrip van de band tussen mens en hond veranderd?
Dat begrip is vooral veranderd door het leven met Aliki, een getraumatiseerde zwerfhond. Zij had vreselijke dingen meegemaakt en toch lukte het haar om in de loop van de tijd weer mensen te gaan vertrouwen en gelukkig te worden. Daardoor kreeg ik nog meer respect voor deze bijzondere dieren. En doordat ik steeds meer wetenschappelijke literatuur ging lezen tijdens het schrijven werd mijn intuïtie bevestigd over hoe je het beste een goede relatie met een hond opbouwt. Toen wist ik ook zeker dat ik er een boek van wilde maken. Het belangrijkste dat ik heb geleerd is dat het hele idee van dominantie, dat je je hond onder de duim moet houden omdat hij anders de baas wordt in huis, volkomen onzin is.
3. Je schrijft in het boek ook over de geschiedenis van de hond als metgezel van de mens. Wat vond je het meest fascinerend aan die geschiedenis?
Eigenlijk twee heel verschillende aspecten: het speculeren van wetenschappers over de oorsprong en evolutie van de hond én die evolutie zelf. Volgens een theorie die mij zeer waarschijnlijk lijkt, hebben honden zichzelf aanvankelijk gedomesticeerd. Het zijn intelligente dieren en ze hadden al snel door dat mensen een goede bron van voedselvoorziening zijn, omdat zij afval produceren. Wat mij ook duidelijk werd, is dat honden door hun evolutie genetisch geprogrammeerd zijn om met ons samen te werken. Dat betekent dat je al die ideeën over dominantie en dat je ‘de baas’ over je hond moet zijn kunt vergeten.
4. Kun je ons vertellen over hoe je ervaringen als journalist hebben bijgedragen aan het schrijven van dit boek?
Wat betreft het vinden van bronnen was mijn journalistieke ervaring belangrijk, maar voor het schrijven van een zeer persoonlijk verhaal als ‘Aliki’ moest ik heel veel loslaten. Als journalist probeer je jezelf zo veel mogelijk buiten het verhaal te houden, maar dat moet nu juist niet als je persoonlijke herinneringen en gevoelens beschrijft.
5. Wat waren voor jou de grootste uitdagingen van het schrijven van ‘Aliki’? En wat waren de hoogtepunten?
Het moeilijkste was om mijn journalistieke gewoonte om zo objectief mogelijk te zijn los te laten en om iets van mijzelf te laten zien in het verhaal. Dat moest echt, want tijdens het schrijven kwam ik erachter dat mijn persoonlijke geschiedenis veel te maken heeft met mijn verlangen om getraumatiseerde dieren te helpen. Wat het fijnste was, was dat er steeds meer mooie herinneringen bovenkwamen, soms moest ik glimlachen tijdens het schrijven. En soms moest ik weer huilen.
6. Wat was het meest opvallende of bijzondere moment dat je hebt gedeeld met Aliki?
Ik kan niet één moment noemen, want elk moment dat ik zag dat zij weer een stapje vooruit had gedaan was bijzonder. Extra bijzondere momenten waren er wel: de eerste keer dat zij mij uitnodigde om haar over haar borst te aaien; de eerste keer dat zij op mijn bed durfde te gaan liggen en mij vragend aankeek of ik het echt wel goed vond. En dat vond ik natuurlijk ook. En haar veranderde houding ten opzichte van andere honden was echt heel bijzonder. Niet alleen dat zij niet meer grauwde, maar zij begon steeds vaker te kwispelen en was zelfs goeiig met pups.
7. Wat is de boodschap die je hoopt dat lezers uit dit boek zullen halen?
Ik heb het boek in de eerste plaats geschreven als een monumentje voor Aliki, in de hoop dat mensen ook van haar gaan houden. Dus ik heb niet zozeer een boodschap als wel een gevoel dat ik wil overbrengen: dat honden bijzondere dieren zijn, dat we altijd rekening moeten houden met hun zeer gevoelige aard en dat je, als je een getraumatiseerde hond wilt helpen, niet alleen veel geduld moet hebben, maar ook bereid moet zijn om steeds weer je eigen aannames opzij te zetten en de hond een kans moet geven om jou iets te leren. Ik hoop dat mensen die mijn boek hebben gelezen, niet meer zullen kiezen voor trainers en hondenscholen die verouderde methodes gebruiken: straffen, zeker fysiek straffen, is schadelijk voor honden en verpest de relatie die je met je hond hebt. Hij wordt bang voor je en dat kan in het ergste geval leiden tot zogenaamde angstagressie. Dit geldt niet alleen voor getraumatiseerde honden, alle honden zijn gevoelige dieren. Ik heb gemerkt dat belonen, met complimentjes en met iets lekkers, het beste werkt. Dan krijg je een hond die met plezier doet wat je vraagt, in plaats van eentje die het uit angst doet.
Benieuwd naar Aliki? Hier vind je meer informatie en bestel je het boek!