Annemarie Geerts vertelt over haar schrijverschap

Het is 8 oktober 2020. De storm na onze deelname aan het TV programma Waar doen ze het van is een beetje gaan liggen. Marieke van Cargo|De Bezige Bij klopt aan mijn Instagramdeur. Ze heeft met plezier naar de uitzendingen gekeken en is mij gaan volgen. Of ik tijd heb voor een digitaal (want coronatijd) kopje koffie. Ze wil met mij praten over de mogelijkheden voor een boek.

Ik heb net een kind gekregen en we zitten vol in het thuisonderwijs. Laten we zeggen dat de timing op zijn zachtst gezegd niet helemaal lekker is. Daarbij ben ik zo dyslectisch als een deur. Een uitgever moet wel gek zijn om met mij een boek te gaan maken! Ik vergeet om de haverklap hoe je iets moet schrijven en ik word regelmatig onder mijn stukjes uitgemaakt voor analfabeet. Een dyslect die een boek gaat schrijven: hoe verzint ze het? Iemand die schrijft met spelfouten wordt nog altijd voor onbekwaam versleten. Ik zie het niet zitten, en hoe hard Marieke ook zegt dat hier oplossingen voor zijn: ik ben niet overtuigd en haak af.

In april doet ze nog een poging en ook die sla ik af. Maar er zou geen boek zijn als driemaal recht geen scheepsrecht is, en in september valt het kwartje. Ik help dagelijks mensen in mijn DM op Instagram. Ik ben hun rots in de branding. Soms is het alleen al voldoende dat ik ze begrijp. Als ik dat nou in een boek kan gieten, is mijn ervaring en hulp voor iedereen toegankelijk. Met de juiste hulp moet het lukken.

Ruim twee jaar na ons eerste contact, teken ik mijn auteurscontract en start ik met behulp van een schrijfcoach met schrijven. Het gaat niet vanzelf. Achteraf gezien is het gewoon gekkenwerk. Ik ben eigenlijk al te druk met mijn influencewerk en mijn gezin. En daar ga ik nog ‘even’ een boek bij schrijven.

Iedere keer als ik ga zitten, vervloek ik mezelf eerst een half uur en weet ik niet meer waarom ik dit ook al weer zo graag wilde doen. Mijn man Maarten heeft mij talloze keren voor een zenuwinzinking moeten behoeden. Of het nou wel of niet lukte met schrijven, om 22.00 uur schonk hij mij een glas wijn in. Want als ik gespannen ben, dan kom ik daar nou eenmaal het beste van bij.

Toch lukt het uiteindelijk. Net zoals ik de training voor de halve marathon heb aangepakt, pak ik ook het schrijven van mijn boek aan. Ik ga gewoon zitten. Of ik nou zin heb of niet. Twee ochtenden en zeven avonden in de week. Soms zit ik uren naar een leeg scherm te turen, maar gelukkig zijn er ook momenten dat ik niet te stoppen ben.  Al snel lever ik de eerste versie van mijn manuscript in.

Daarna ben ik dagenlang niet te genieten. De twijfel slaat toe. Is het wel goed genoeg? Een week later komt het verlossende woord: we moeten nog wat schaven, maar je manuscript is goed en leest lekker weg. Met wat kleine aanpassingen kan ik door. Ik heb tijdens het schrijven veelvuldig de jij/je-vorm gebruikt, en dat veranderen we naar de ik-vorm. Ik wil namelijk absoluut niet zeggen: ‘Zo hoort het, en zo moet jij het ook doen’. Ik wil mensen juist inspireren door te laten zien hoe ik het doe, zonder iets op te leggen. Een kleine aanpassing, maar het zorgde voor precies de juiste toon. Negen maanden na het tekenen van het contract is het manuscript af en nog geen twee maanden later staat KOMT GOED op nummer 1 in de bestseller top 60. Een dyslect met een bestseller! Je verzint het niet.

Mijn 5 gouden tips voor aspirant schrijvers:  

  • 1) een boek schrijven is intensief. Onderschat het niet
  • 2) blok voor jezelf (vaste) schrijfmomenten
  • 3) zorg voor mensen die je bijstaan met raad, daad, een kritische blik & wijn op de spannende momenten 😊
  • 4) blijf dicht bij jezelf, je moet het onderwerp echt ‘voelen’
  • 5) als je inspiratie hebt, pak je pen of laptop en ga ervoor!